Waarom koolstofemissies opnemen in het EPC
Deze studie is van het grootste belang voor iedereen die inzicht wil verwerven in hoe we Vlaamse woningen een kleinere ecologische voetafdruk kunnen geven. We parafraseren hier alvast de belangrijkste conclusies en bevelen we iedereen de volledige lectuur van deze paper aan.
Het stimuleren van koolstofarme verwarmingstechnologieën, met bijzondere aandacht voor warmtepompen, zou de grootste aandacht moeten krijgen.
Door 135 archetypen te onderzoeken die een verscheidenheid aan gebouwtypes en bouwperiodes omvatten, past deze studie de bevindingen toe op reële wijken. Deze aanpak toont hoe beleidsverbeteringen zowel de energie-efficiëntie kunnen verhogen als de koolstofemissies in de Vlaamse bouwsector kunnen verminderen.
Huidige beleidsinstrumenten, zoals het EPC, leggen de nadruk op energieprestaties door het verminderen van het primaire energieverbruik, maar houden geen directe rekening met de bijbehorende koolstofemissies.
Wat als we koolstofuitstoot mee gaan inrekenen in de EPC-methodiek? Welke rol kunnen warmtepompen spelen? Wat kan het effect zijn van een verschuiving in de verhouding tussen elektriciteits- en gasprijs?
De bevindingen van deze studie benadrukken de positieve impact van beleidsmaatregelen door:
- Het versnellen van de elektrificatie van huishoudelijke verwarming om klimaatdoelstellingen voor gebouwen te behalen. Dit kan worden bereikt door koolstoflimieten in het EPC op te nemen: Een meer omvattend EPC-kader, dat drempelwaarden voor koolstofemissies integreert, zou de adoptie van koolstofarme technologieën stimuleren en de milieu-effecten van een gebouw nauwkeuriger weerspiegelen, terwijl de investeringskosten worden verlaagd.
- Het combineren van warmtepompen en gefaseerde renovaties kan ook de decarbonisatie van de residentiële woningen vergemakkelijken: het verlaagt de initiële investering en leidt tot hogere koolstofbesparingen in vergelijking met diepgaande renovaties.
- Het bevorderen van elektrificatie: Beleidsmaatregelen, waaronder financiële ondersteuning voor warmtepompen en het verlagen van de elektriciteit-gasprijsverhouding, zijn cruciaal om de TCO van warmtepompen te verlagen en de elektrificatie te versnellen.
Deze studie toont het potentieel van elektrificatie, met name door warmtepompen, als een belangrijke strategie voor de decarbonisatie van residentiële gebouwen in Vlaanderen. Door koolstofbeperkingen in het EPC-kader op te nemen en de focus te verschuiven van uitsluitend energie-efficiëntie naar ook koolstofemissies, kunnen beleidsmakers de adoptie van koolstofarme technologieën versnellen terwijl financiële barrières worden geminimaliseerd. Het behalen van klimaatdoelstellingen vereist echter een pakket aan beleidsinstrumenten om elektrificatie voorop te stellen.
De huidige Vlaamse EPC-methodologie evalueert de energieprestaties van een gebouw voornamelijk op basis van het primaire energieverbruik. Deze maatstaf richt zich op het totale energieverbruik, maar omvat niet direct de koolstofemissies (CO2) die samenhangen met dat energieverbruik. Daarentegen hanteert het Franse systeem, bekend als de Diagnostic de Performance Énergétique (DPE), een meer holistische benadering. De DPE houdt niet alleen rekening met het primaire energieverbruik, maar ook met de koolstofemissies.
Bron: https://energyville.be/wp-content/uploads/2025/04/decarbonizing_residential_heating_dutch_270325.pdf