Rooilijn, Polygoon en Steenmeijer transformeren kasteel Boekenberg tot duurzame cohousingparel
Het 18-eeuwse Boekenbergkasteel in Deurne is ontworpen in Franse rococostijl en omgeven door een prachtig park met serpentinevijver. Het kasteel kende een bewogen geschiedenis, met functiewijzigingen, verwaarlozing en recent een felle brand. Maar nu herleeft het kasteel in al zijn grandeur.

Symbiosis, opdrachtgever voor de projectontwikkeling van kasteel Boekenberg, wilde een maatschappelijk relevante invulling geven aan de site en een tegengewicht bieden aan klassieke vastgoedontwikkeling die unieke locaties steeds meer voorbehoudt aan de happy few. De keuze viel op de transformatie van het kasteel tot een cohousingproject voor senioren.
Ontwerp
Voor het ontwerp tekenden de architecten van Rooilijn, Polygoon en Steenmeijer. Het ontwerp voorziet negen compacte wooneenheden, aangevuld met gedeelde voorzieningen zoals een leefkeuken, ontmoetingsruimte, gastenkamer, zorgkamer en een wasruimte. Door het samenwonen van medioren en senioren, met gedeelde tijd en ruimte en een engagement naar elkaar toe, ontstaat er zorgvertraging – een alternatief voor traditionele woonzorgvormen. Waardevol erfgoed kan behouden blijven en wordt bovendien gedeeld met de buurt, door het organiseren van bijvoorbeeld leesclubs en boekencafés die verwijzen naar de literaire salons van weleer.

Het ontwerp is tot stand gekomen in nauwe samenwerking met de toekomstige bewoners. Hun input hielp bij het verfijnen van de plannen en versterkte het draagvlak voor het project. Technisch gezien is gezocht naar een evenwicht tussen erfgoedbehoud, hedendaags comfort, wettelijke normen én betaalbaarheid. Elke ingreep is duurzaam en omkeerbaar. Na de brand moest de volledige vloerstructuur vervangen worden, wat meteen de kans bood om vloerverwarming en ventilatie te integreren – voorbereid op geothermie. Ook het dak werd volledig gereconstrueerd met eikenhouten structuur en verfijnde dakkapellen, en werd geïsoleerd met ecologische cellulose. De binnenzijde van de gevels werd thermisch geoptimaliseerd met natuurlijke kalkhennepvezels.
Duurzame ingrepen
- Het volledige dak (hoofd- en bijgebouw) werd geïsoleerd met ingeblazen cellulose; het hoofddak werd na de intense werfbrand opnieuw opgebouwd met eikenhouten spanten conform de bestaande, daarop werden geprefabriceerde houten cassettes geplaatst om snelheid te winnen; deze cassettes werden dan ingeblazen met cellulose.
- De gevels van het hoofdgebouw werden aan de binnenzijde geïsoleerd met losse kalkhennep na grondige bouwfysische studie van de bestaande gevelopbouw en afwerking door Gevelinzicht; de dagkanten werden geïsoleerd met Exie Flex soepele hennepvezelmatten.
- Het bijgebouw werd aan de buitenzijde geïsoleerd met EPS en afgewerkt met STO pleister.
- Alle beglazing is superisolerend glas, in het hoofdgebouw van het type Sprimoglas Heritage met een getrokken buitenruit in functie van het erfgoedkarakter van het beschermde kasteel.
- Er werd overal vloerverwarming voorzien, op lage temperatuur; gericht op de latere installatie van een geothermische warmtepomp.
- Die warmtepomp is er niet gekomen: initieel wensten de opdrachtgevers die meerkost niet te betalen; later zagen ze in dat het wel een goede investering zou zijn (de meesten toch, want unanimiteit daarover was moeilijk); positie van de boringen was volop in onderzoek en overleg met de stad Antwerpen (omdat het kasteel geen bijbehorende gronden heeft, alle grond errond is publiek park); dat alles bemoeilijkte die procedure om de boringen te kunnen realiseren; toen brak er brand uit op de werf en waren er belangrijkere problemen waardoor de warmtepomp terug van de agenda verdween.
- De collectieve ruimtes worden geventileerd met twee balansventilatieunits (type D) in functie van de grotere vereiste debieten daar.
- De individuele appartementen hebben compacte C+ units in combinatie met invisivents bovenop de ramen; hiervoor is gekozen om het compacte en historische kasteel niet te extreem te belasten met gigantische luchtgroepen en bijbehorende kanalen.
- Er is een centrale stookruimte in de kelder, voorlopig met een ketel op gas. Vandaar gaat het naar individuele satellietunits per appartement, die zorgen voor de individuele verwarming en sanitair warm water.
Architecturale keuzes
Hoewel het interieur doorheen de tijd sterk is aangepast, blijven belangrijke elementen van de 18de-eeuwse wooncultuur zichtbaar: samenhang, harmonie, hiërarchie en proportie. Bij de restauratie stond het herstel van de oorspronkelijke structuur centraal: storende latere toevoegingen werden verwijderd en authentieke elementen opnieuw zichtbaar gemaakt. De nieuwe indeling respecteert de erfgoedwaarde – collectieve ruimtes liggen op het gelijkvloers, rond de centrale as; de wooneenheden passen zich aan aan de bestaande ruimtelijke kwaliteiten. Nieuwe toevoegingen zijn eigentijdse interpretaties van klassieke elementen. Zo verwijzen de herstelde gevels van het bijgebouw naar de originele compositie en verhoudingen, en roept de nieuwe stalen trap met haar pastelgroene kleur – typisch rococo – de elegantie van vroeger op.

De ligging van het kasteel in een openbaar park maakt de overgang tussen publieke en private ruimte een belangrijk aandachtspunt. Daarom bevinden de private wooneenheden zich vooral op de verdiepingen, terwijl de collectieve functies op het gelijkvloers liggen – zichtbaar en makkelijk toegankelijk voor de buurt.
Autonomie vs. privacy
Een alternatieve woonvorm voor de tweede levenshelft vraagt een vernieuwende aanpak: bewoners behouden hun autonomie en privacy, maar vinden tegelijk sociale verbondenheid en zorgondersteuning. Net als bij andere cohousingprojecten draait het hier om de balans tussen ontmoeting en geborgenheid. Een aparte toegang via het bijgebouw laat bewoners toe zich discreet te verplaatsen, zonder collectieve ruimtes te kruisen. Ook de circulatieruimtes op de verdiepingen zijn licht en ruim, en kunnen dienen als plekken voor toevallige ontmoetingen of rustige momenten.

Er is bewust gekozen voor een diversiteit aan woningtypes: studio’s en eenslaapkamerappartementen voor één of twee personen. Omdat bewoners van de voordelen van gedeelde ruimtes genieten, blijven de private units compact. Zo blijft het project betaalbaar én inclusief. Zowel de private als gedeelde ruimtes zijn ontworpen voor levenslang wonen: rolstoeltoegankelijk, met lift, drempelloze overgangen, een helling aan de ingang en doordachte sanitaire voorzieningen. De compacte keukens laten bewoners toe autonoom te functioneren, zonder samenleven te verplichten. Er is veel aandacht voor een warme, huiselijke sfeer via materialen, kleuren en verhoudingen – niet gericht op luxe, maar op levenskwaliteit en ruimtelijkheid.
Projectgegevens
- Adres: Ontwerpteam Gouverneur Holvoetlaan 28, 2100 Deurne (Antwerpen)
- Ontwerp: TV Polygoon-Rooilijn-Steenmeijer architecten; Luc Roegiers, Domien Boits, Stefanie Reyskens, Seppe Seyner, Sofie Stevens, Matthias Gorrens, Charlotte Winnen, Jolien Terpstra, Hanne Pint
- Opdrachtgever: Symbiosis vzw
- Bouwpartners Macobo-Stabo (ingenieur stabiliteit, technieken, akoestiek), Gevelinzicht (bouwfysisch advies)
- Hoofdaannemer: Renotec
- Dakwerken: VKP
- Stalen trap: Smego
- Bruto oppervlakte: 1.129 m2
- Bruto volume: 4.602 m3
- Ontwerp: 18/09/2020
- Voorlopige oplevering: 10/10/2024
- Totale bouwkost: 2.427.454,92 EUR
Fotogalerij

Foto Nick Claeskens






